SV | Zijn hand van den ellendige afhoudt, geen woeker noch overwinst neemt, Mijn rechten doet, [en] in Mijn inzettingen wandelt; die zal niet sterven om de ongerechtigheid zijns vaders; hij zal gewisselijk leven. |
WLC | מֵעָנִ֞י הֵשִׁ֣יב יָדֹ֗ו נֶ֤שֶׁךְ וְתַרְבִּית֙ לֹ֣א לָקָ֔ח מִשְׁפָּטַ֣י עָשָׂ֔ה בְּחֻקֹּותַ֖י הָלָ֑ךְ ה֗וּא לֹ֥א יָמ֛וּת בַּעֲוֹ֥ן אָבִ֖יו חָיֹ֥ה יִחְיֶֽה׃ |
Trans. | mē‘ānî hēšîḇ yāḏwō nešeḵə wəṯarəbîṯ lō’ lāqāḥ mišəpāṭay ‘āśâ bəḥuqqwōṯay hālāḵə hû’ lō’ yāmûṯ ba‘ăwōn ’āḇîw ḥāyōh yiḥəyeh: |
Zijn hand van den ellendige afhoudt, geen woeker noch overwinst neemt, Mijn rechten doet, [en] in Mijn inzettingen wandelt; die zal niet sterven om de ongerechtigheid zijns vaders; hij zal gewisselijk leven.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Zijn hand van den ellendige afhoudt, geen woeker noch overwinst neemt, Mijn rechten doet, [en] in Mijn inzettingen wandelt; die zal niet sterven om de ongerechtigheid zijns vaders; hij zal gewisselijk leven.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!